Bewuste begripsverwarring

In zijn publicatie ‘Irina, Jos, Ali en Mies – Interculturaliteit in maatschappij en school’  neemt pedagoog Roger Boonen een brochure van een steinerschool onder de loep en vraagt zich af of die geen sprekend voorbeeld is van een indoctrinaire tekst.

Maar laat ons eerst eens kijken wat onder indoctrinatie wordt verstaan. Bij Van Dale vinden we dit:

in·doc·tri·na·tie de; v -s  systematische beïnvloeding met het doel eigen ideeën kritiekloos te laten aanvaarden

Wikipedia leert ons het volgende:

Indoctrinatie (of: indoctrineren) is een vorm van manipulatie door het systematisch en eenzijdig onderwijzen van aanvechtbare overtuigingen of opvattingen, met de bedoeling dat deze kritiekloos worden aanvaard. (…) Een van de kenmerken van indoctrinatie is dat er, in tegenstelling tot leren, vaak straf gezet wordt op het bespreekbaar willen maken van de over te dragen overtuigingen of opvattingen, die straf kan een heel scala beslaan van fysieke straffen tot (stilzwijgende) uitsluiting uit de groep of uit allerlei dreigementen.

Om te kijken of erin onderwijs sprake is van indoctrinatie stellen ‘de wikipedianen’:

De belangrijkste toets is: staat de onderwijzer open en is het onderwezene vatbaar voor kritiek?

Hoe het met die vatbaarheid voor kritiek is gesteld in de steinerschool en bij antroposofen is algemeen geweten. Maar voor wie het nog eens wil nalezen, kan best doorheen deze site bladeren en met behulp van de zoekbalk reacties doornemen. Hier alvast enkele links naar artikels waaruit blijkt hoe men met kritische geluiden omgaat: Zwartboek steinerscholen (m.b.t. rechtszaak om publicatie kritisch boek tegen te houden), Praten tegen een ‘steiner’ muur, Informatierecht, Alte Ziegelei: journalisten aangeklaagd, Gewoon doen alsof ze niet bestaan…of negeren, Chaos rond website steinerschool Lier, … Ook interessant is een uit 2000 stammend artikel van Peter Zegers: ‘De moeizame relatie van de antroposofen met critici‘.

Met talloze juridische trucs willen ze het critici onmogelijk maken hun opvattingen te publiceren. (…) In de hoorzitting zei de advocaat van de AViN dat de antroposofen graag een openbaar debat willen. Helaas blijkt deze bereidheid uit zeer weinig. (…) Het geval van het kort geding tegen De Groene Amsterdammer staat trouwens niet op zichzelf. In verschillende delen van Europa zijn de antroposofen bezig om critici juridisch te vervolgen. Het programma ‘Report’ van de ARD dat op 28 februari jongstleden een kritische uitzending wijdde aan de Vrije Scholen in Duitsland kreeg ook te maken met de advocaten van de antroposofen. In België procedeerde de Belgische Antroposofische Vereniging tegen een brochure van de Franstalige gemeenschap. In Frankrijk werd de voorzitter van de parlementaire commissie om de financiële handel en wandel van sekten te onderzoeken door hen voor het gerecht gedaagd. Maar ook in de Verenigde Staten staan de Vrije Scholen aan zware kritiek bloot. Het is duidelijk dat de antroposofen verveeld zitten met al die negatieve aandacht voor Rudolf Steiner en de antroposofie. Ze hebben nu voor een offensieve juridische strategie gekozen die veel weg heeft van de strategie die Scientology jaren geleden ook volgde. Het is te hopen dat hun pogingen tot intimidatie van critici en manipulatie van de publieke opinie op niets zullen uitlopen.

Peter Zegers heeft zijn potlood heel goed aangescherpt, zoveel is duidelijk. Dan is Roger Boonen heel wat vriendelijker. Maar uiteindelijk komt het erop neer dat waar Zegers het over manipulatie heeft, Boonen blijkbaar liever de term ‘bewuste begripsverwarring’ gebruikt.

…De Steinerschool is volgens de aanhangers van de antroposofische filosofie een christelijke school, niet in de confessionele zin van het woord, maar naar de inhoud. Dat wil zeggen dat er in de Steinerschool een streven is naar verdieping, naar innerlijke bezinning, naar een streven naar het hogere, naar respect en begrip voor de wil van de ander. Een volwassene is in niet-confessionele zin (volgens de voorstanders van het Steineronderwijs) christelijk wanneer hij vanuit eigen innerlijke overtuiging en inzicht tracht menselijke deugden in zich tot ontwikkeling te brengen.

‘…Kinderen voedt men in dezelfde niet-confessionele zin op wanneer men de kinderen hoger vernoemde waarden laat beleven. Dit kan men doen door hen een zinvol gestructureerd levensritme aan te bieden, zowel thuis als op school, het vieren van jaarfeesten (kosmisch ritme) en door het vertellen van verhalen, sprookjes, biografieën en sagen. Dit alles is belangrijk voor de innerlijke kracht van het kind, waaruit geleidelijk aan het volle bewustzijn ontstaat van de individuele verschillen tussen mensen en het wederzijds begrip voor elkaar, waardoor samenleven pas mogelijk wordt. Dit is de christelijke adem die doorheen heel het onderwijs waait en in het bijzonder in het vrij christelijk uur speciale aandacht krijgt. Daarnaast is het mogelijk dat om het even welke godsdienst aan bod komt in een Steinerschool, wanneer de ouders dit wensen en als er een leraar gevonden wordt…’ [1]

Is dit citaat uit een schoolbrochure van een Rudolf Steinerschool geen sprekend voorbeeld van een indoctrinaire tekst? O.i. wordt in deze tekst bewust aan begripsverwarring gedaan om alle eventueel geïnteresseerde kandidaten voor de school de indruk te geven dat de Steinerschool een vrije school is, d.w.z. een school waar iedereen, met welke godsdienstige overtuiging dan ook, op levensbeschouwelijk gebied aan zijn trekken komt. Niets is echter minder waar! De Rudolf Steinerpedagogiek, die volledig bepaald wordt door de antroposofie of de leer van Rudolf Steiner, is een normatieve pedagogie met een sterk evocatief karakter. Vooral de ideeën van Steiner omtrent reïncarnatie, kosmologie, natuur-geestverhouding (bvb. in verband met het ik-lichaam, het fysieke lichaam, het ether lichaam, het astrale lichaam), de ontogenese als recapitulatie van de fylogenese, enz. getuigen van een verouderd en archaïsch mens- en wereldbeeld en nopen ons tot enig voorbehoud bij dit antroposofisch gekleurd project… [2]

Uit de verschillende publicaties van Boonen wordt duidelijk dat hij geen voorstander is van onderwijs op al te sterke eenzijdige ideologische grondslag, maar wel van onderwijs op basis van interculturaliteit en actief pluralisme. Zo schreef hij vorig jaar in een artikel dat terug te vinden is op Kif Kif.

Onder verzuiling van het onderwijs verstaan we het verschijnsel dat het onderwijs, onder druk van ideologische (politieke) belangengroepen, uiteenvalt in gescheiden (‘verzuilde’) ‘onderwijsnetten’ met eigen territoria, eigen bevoegdheden enz. en de organisatorische uitbouw ervan. Een onmiddellijk gevolg van het verzuilingsmodel inzake onderwijs is het streven om aparte, eigen scholen op te richten – denk bvb. aan de joodse scholen! -, zodat kinderen of jongeren het eigen cultuurgoed in de beslotenheid van een eigen schoolnet kunnen verwerven en integreren in hun persoonlijkheid. Als aparte scholen worden opgericht dan is dat bedoeld als emancipatiemiddel: in de beschermende beslotenheid van de eigen groep kunnen kinderen kennis en vaardigheden leren die nodig zijn om een bevoorrechte positie in de samenleving te krijgen. Het is duidelijk dat de voorstanders van het verzuilingsmodel in het onderwijs vooral oog hebben voor de profilering van het eigen opvoedingsproject, los van of dikwijls zelfs in concurrentie met andere schoolnetten of -systemen. (…)

Bij scholen die een strakke, ‘gesloten’ verzuiling voorstaan, zoals bvb. de Joodse orthodoxe scholen of de Rudolf Steinerscholen, ligt dit wel helemaal anders. In die scholen verwacht men een expliciet en intensief levensbeschouwelijk engagement van alle leden van de schoolgemeenschap in de lijn van het opvoedingsproject van die scholen. Volgens de Belgische overheid is het op lange termijn de bedoeling dat elke school een afspiegeling wordt van de pluralistische, multiculturele samenleving. Daarom is een spreiding van alle leerlingen van verschillende gezindheden en met een verschillende sociaal-culturele achtergrond binnen één heterogene school nog altijd beter dan de concentratie van gelijkgezinde of gelijkbegaafde leerlingen binnen zogenaamde homogene scholen.

Roger Boonen doceerde onderwijskunde, intercultureel onderwijs en vredeseducatie aan het Departement Lerarenopleiding van de Karel de Grote Hogeschool in Antwerpen.  In 2009 verscheen bij uitgeverij Garant zijn nieuwste boek: ‘De GEWELDige School en Maatschappij‘.


[1] Uit de schoolbrochure van steinerschool Lohangrin Wilrijk

[2] R. Boonen, Irina, Jos, Ali en Mies – Interculturaliteit in maatschappij en school, Garant 2003

Verwante artikels

Antroposofie in de praktijk

Indoctrinatie

Rudolf Steiner werft

Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmail

Author: Ramon De Jonghe