Ideeën venten

salesmanWat zijn de oorzaken van de problemen waarmee steinerscholen kampen? Om daar een antwoord op te vinden, kan ik me weinig of niet beroepen op autoriteiten binnen de onderwijswereld. De enige die een beetje mijn idee daarover kracht bijzet, is de op deze site al vaak genoemde historicus professor Helmut Zander. Aan de hand van zijn empirisch onderzoek besluit hij dat Rudolf Steiner zich nooit wetenschappelijk met pedagogie of onderwijs heeft beziggehouden. Steiner was geen pedagoog.

Er bestaat trouwens maar één door Steiner geschreven publicatie over opvoeding en dat blijkt niet meer dan een essay te zijn, getiteld ‘Opvoeding in het licht van de antroposofie’. De overige boeken die over onderwijs en opvoeding gaan waar de naam Rudolf Steiner op prijkt, zijn weergaven van lezingen die hij ooit heeft gegeven. Het zwaartepunt van de steinerpedagogie ligt in een aantal voordrachten die zijn gebundeld in drie boeken: Antroposofische menskunde als basis voor de pedagogie; Opvoedkunst-methodisch/didactische aanwijzingen;  Praktijk van het lesgeven – werkbesprekingen met leraren. Alle drie verkrijgbaar bij uitgeverij Vrij Geestesleven.

Uit het voorwoord van ‘Praktijk van het lesgeven’:

‘Voor de opening van de eerste Vrije School, die op 7 september 1919 in Stuttgart plaatsvond, hield Steiner gedurende twee weken een intensieve cursus voor de door hem benoemde leraren. De cursus bestond uit drie onderdelen: het eerste deel van de ochtenden was bestemd voor een serie voordrachten over antroposofische menskunde; in het tweede deel van de ochtenden hield Steiner een reeks voordrachten over methodiek en didactiek van de opvoedkunst; ‘s middags hield hij werkbesprekingen over allerlei praktische pedagogische vragen. Deze werkbesprekingen vormen de inhoud van dit boek. De beide series voordrachten die in de ochtenden plaatsvonden zijn al eerder vertaald, zodat met dit derde boek de hele cursus in vertaling beschikbaar is.’

In het boek kan men lezen dat de eerste werkbespreking plaatsvond op 21 augustus 1919. De stoomcursus van de leraren begon slechts twee weken voor het begin van het schooljaar. Ik nodig onderwijsdeskundigen uit om deze drie boeken te doorvorsen, want men kan er effectief een analyse van het hele steineronderwijs zoals dat vandaag werkt mee maken. Men zal zich dan wel door het antroposofische jargon heen moeten worstelen.

Maar er staan toch wel meer boeken over opvoeding op Steiners naam? Natuurlijk, Steiner gaf op veel plaatsen, in verschillende landen lezingen. Die zijn bijna allemaal gepubliceerd, of de inhoud van die voordrachten nu quasi dezelfde was of niet. Belangrijk is echter dat Steiner zich pas een paar maanden voor het opengaan van de school intensief met onderwijs ging bezighouden en zelfs maar voor het eerst met methodiek en en didactiek  twee weken voor de officiële opening op 7 september. Vreemd voor iemand die men wil laten doorgaan voor pedagoog. Minder vreemd wordt het wanneer je de bio- en bibliografie van Steiner gaat bekijken. Want de man was in de periode voorafgaand aan de opening van de ‘Waldorfschule’ uitermate actief op politiek vlak. Hij schreef in die periode  een boek over sociale driegeleding, een systeem om de maatschappij drastisch te hervormen. In de wetenschap dat enkele maanden later een school met een totaal nieuw concept zou moeten starten, is dat vrij uitzonderlijk. Want het boek gaat niet over hoe het onderwijs zou kunnen worden veranderd, maar wel over hoe de maatschappij zou kunnen veranderen door een hervorming van het politiek bestel. Rudolf Steiner (1919), Die Kernpunkte der sozialen Frage in den Lebensnotwendigkeiten der Gegenwart und Zukunft, Gesamtausgabe Nr. 23, Dornach (Schweiz)

In de maanden voorafgaand aan de oprichting van de eerste steinerschool was het Steiners bedoeling om machthebbers een impuls te geven om een nieuwe sociale orde op te richten. Voorjaar 1919 had Steiner met zijn ideeën over een volledige staatshervorming overal bot gevangen. Zelfs de arbeiders van zijn vriend, de industrieel en tevens antroposoof Emil Molt, die een vurig bepleiter was van de sociale driegeleding en met Steiner campagne voerde, waren niet warm te krijgen voor de ideeën van Steiner. Enkele maanden na het te­loorgaan van Der Kommende Tag, het tijdschrift van de ondertussen stil geworden sociale driegeleders, richtte Molt samen met Steiner voor de fabriekskinderen een school op. Al snel werden ook de kinderen van antroposofen toegelaten. Het lijkt er sterk op dat Steiner en Molt, toen ze de driegeleding zelfs niet aan de eigen achterban verkocht kregen, hun idee via het onderwijs aan de man wilden brengen. Daar zijn bij Steiner ook wel enige indicaties voor te vinden.

Het kan immers niet de bedoeling zijn om binnen het bestaande systeem scholen op te rich­ten, waarin men surrogaatonderricht verstrekt in de zin dat men pretendeert gewoon de door mij gegeven cursus te volgen. Het komt er daarentegen op aan, op dit domein van het geestesleven het beginsel van de vrijheid te huldigen. Dan zet men met zo’n school een stapje richting driegeleding. Maak de mensen niet wijs dat men braafjes binnen de be­staande verhoudingen Waldorfscholen kan oprichten. Maak daarentegen bekend dat in de school in Stuttgart vrij geestesleven voorhanden is. Want daar is geen programma of geen leerplan van kracht; daar heeft men te doen met leraren die handelen niet vanuit hun offici­ële, maar vanuit hun reële bekwaamheden’ – Rudolf Steiner, GA 338, p.126

En op de Duitse wikipedia staat bij sociale driegeleding (ik vertaal het hier vrij):

Na de eerste wereldoorlog probeerde hij (Steiner) onder andere met de ondernemer Emil Molt (Waldorf Astoria Sigarettenfabriek) enkele jaren lang in het kader van de Bond voor Sociale Driegeleding medestanders te vinden om dit idee in Duitsland te verwerkelijken, concreet vooral in Württemberg. De stichting van de eerste waldorfschool was een gevolg van deze pogingen (vrij geestesleven)

Bron: wikipedia

Het heeft er alle schijn van dat de eerste steinerschool geen weldoordachte pedagogische constructie , maar wel een uit niet verwerkelijkte op staatshervorming gerichte ideeën geboren kind was, dat dienst kon doen om de sociale drie­geleding ingang te laten vinden.

Is het dan vreemd dat ouders die hun kinderen van de steinerschool halen zich afvragen hoe het kan dat net daar waar men zo hard roept dat het kind centraal staat, voortdurend kinderen uit de boot vallen? Men heeft het er blijkbaar moeilijk om tegemoet te komen aan kinderen die vragen hebben waarvan de antwoorden met zich meebrengen dat de antroposofische principes even overboord moeten worden gegooid. Of zoals de  door antroposofische leerkrachten (bijna) heilig verklaarde Rudolf Steiner zei:

Het komt er slechts op aan, dat we er ons niet toe laten bewegen op een of andere manier compromissen te sluiten. Naar buiten mag men verzoenend zijn, maar innerlijk wanneer het om een principiële zaak gaat, komt het erop aan dat men vasthoudt aan het eigen standpunt. Als wij zelf maar niets loslaten van de voor ons noodzakelijke opvatting dat iedere bijval die wij van een of andere pedagogische kant ontmoeten over wat wij in de Waldorfschule doen, ons eerder treurig dan vrolijk zou moeten stemmen.

Rudolf Steiner GA 300

Ik meen in dit citaat een in de steinerschool aanwezige mentaliteit te bespeuren. Dit wantrouwen, want dat is het per slot van rekening,  heeft zijn wortels in de eerste steinerschool. Het antwoord aan ouders van kinderen die uit de boot zijn gevallen, is volgens mij even eenvoudig als triest: de eerste steinerschool was voor de pragmaticus Steiner meer een middel om de sociale driegeleding te verwerkelijken, waardoor ook de antroposofische wereldbeschouwing die eraan ten grondslag ligt ingang tot het maatschappelijk leven zou kunnen vinden.  Het uitdragen van de ideeën primeerde op de kinderen. Hoe herkenbaar is dit vandaag?

Ramon DJV

PRINTVRIENDELIJKE VERSIE

Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmail

Author: Ramon De Jonghe

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *